In het collectief geheugen zit bij de oudere generatie vaak nog het melancholische liedje ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld. Hierin wordt misprijzend de nieuwe tijd (toen in de jaren zeventig) geschetst waar mensen leven in ‘betonnen dozen met grote ramen zodat je kunt zien hoe het bankstel staat bij Mien en haar dressoir met plastic rozen’… Ik wil er maar mee zeggen: nep bloemen en planten kampten heel lang met een negatief imago. Het neemt iets af, maar tot voor enige jaren hoorde ik in de winkel regelmatig mensen stellig stelling nemen tegen kunstflora. ‘Oh nee, geen nep: afschuwelijk…’, toeterde men dan bijvoorbeeld. Ongetwijfeld vanuit het sentiment dat ‘echt’ gelijk staat aan het heilige ‘authentiek’, dus nep aan het verwerpelijke tegenovergestelde. De toeteraar wist bovendien dat veel mensen er zo over dachten. Dat zij konden rekenen op de nodige instemming en bijval van de omstanders. Zeker als ze daarnaast ook hun verontwaardiging uitten over de prijs van een mooie tak of bloem.
Ik heb mij er nooit iets van aangetrokken. In de groothandels die gespecialiseerd zijn in nep natuur zag ik vaak staaltjes pracht waartegen het gemiddelde bosje echte ruikers maar zielig afstak. Dat verschil werd alleen maar groter in de loop der jaren met het afzwakken van de weerzin tegen kunstplanten en bloemen. Daarmee steeg de verkoop en maakten de fabrikanten telkens mooiere dingen. Het kan uiteraard nooit op tegen de grootsheid van de echte vrije natuur. Maar die is ook onmogelijk in een huiskamersetting te integreren. Dat wat je in potten en vazen kan doen, of los kan neerzetten of ophangen, overstijgt in de nepversie nu meestal het echte. Niet in de laatste plaats omdat neppers zich alle kanten op laten buigen, ze geen water nodig hebben, en overal aan, op of in passen. Op een stronk bijvoorbeeld met gaatjes erin geboord. Of aan visdraadjes bungelend aan het plafond. Er is zoveel mogelijk. Er zijn zoveel prachtige nagemaakte bloemen, planten en zelfs bomen. Binnenshuis kun je je er echt mee uitleven.
Een nadeel is dat een mooie bos of struik nepjongens het seizoen overleven waarin ze courant zijn. De slimme stylist tackelt dat probleem door voor elk seizoen een paar soorten op voorraad te hebben. En ach, het is ook leuk om telkens er wat bij te kopen. Verandering van spijs doet eten. Brengt ons gelijk op het grootste nadeel van kunstnatuur: de prijs. Prijsstunters zoals de Action verkopen goedkopere varianten, maar die zijn doorgaans niet om aan te gluren. Kwaliteit kost geld. ‘En ze gaan een leven lang mee, hoor’, probeerde ik dan wel eens fijntjes in te brengen tegen de anti-kunstflora toeteraar die zich luidkeels beklaagde over de hoogte van de prijs. Had weinig zin meestal. Waarschijnlijk dachten ze nog te veel aan de plastic rozen van Wim Sonneveld.
Comentarios