Bezoekers van onze galerie c.q. winkel horen altijd muziek. Hard genoeg om te kunnen luisteren als je wilt. Maar niet zo hard dat het een gesprek onmogelijk maakt. Nu is vrijwel in elke winkel iets van muziek te horen, maar meestal staat de volumeknop op zacht. Moet je echt je best doen om te horen wat er op staat. Ik ondervind dat als een hinderlijk soort ruis op de achtergrond. Wanneer je ergens in die ruis toch een lekker nummer ontwaart, baal je omdat het amper te horen is. Vervelende muziek daarentegen, die je het liefst helemaal niet wilt horen, is weer net te luid om te kunnen negeren.
Het alternatief: ‘geen muziek’, ervaar je nog wel eens tegen in ouderwetse herenmodezaken. Je hoort het wanneer je een kledinghangertje opzij schuift. En je voelt dan de gretige ogen van een verkoper in je rug priemen, want hij weet precies waar je naar kijkt en hunkert hoorbaar hijgend naar een gelegenheid om je aan te spreken. Zeer ongemakkelijk allemaal.
Winkels waar de muziek tamelijk hard staat, zijn meestal gericht op jongeren. Als klant kan ik dat best even verdragen, zelfs waarderen als het lekkere muziek is. Maar voor het personeel lijkt het mij dodelijk vermoeiend. Bij ons in de zaak slaken sommige medewerkers al een zucht van verlichting wanneer na vijven de muziek uitgaat. Dus hoe zal dat zijn voor de jongelui die de hele dag dezelfde soort rampetamp muziek moeten aanhoren? Misschien went het, maar het lijkt mij geen pretje.
Winkel-concept bedenkers bepalen vaak het soort muziek dat een klant (en daarmee het personeel) krijgt voorgeschoteld. Dat doen ze doorgaans niet persoonlijk. Want er zijn legio firma’s die zich hebben gespecialiseerd in het samenstellen van muzieklijsten. Nu valt over smaak niet te twisten, maar toch: het valt mij vaak tegen. Dat komt omdat ze zich doorgaans nogal aan één genre houden. Na wat obligate loungemuziek – waar op zichzelf niets mis mee is - kan ik bijvoorbeeld heftig gaan verlangen naar dikke blues, zoals ‘Tin pan alley’ van Stevie Ray Vaughan. Of een naoorlogse Amerikaanse smartlap (‘Break it to me gently’ van Brenda Lee), om even lekker mee te lallen. In die voorgebakken lijsten zul je ook nooit de Portugese Mariza tegenkomen met een nummer als ‘Mi fado mio’, of de Zweedse Sophie Zelmani met ’The Lord’. Gevoelige muziek die resoneert van je kruin tot in je tenen. Net als de ‘easy swag’ die over je komt wanneer je ‘Color Blind’ van October London hoort.
Mijn ervaring is dat je met een mix aan genres ook een mix van stemmingen en gevoelens los kan maken. Daarnaast verveelt de muziek niet snel. Sterker, wanneer het buiten enigszins te horen is trekt het eerder mensen, en het houdt ze ook langer binnen. Domweg omdat de sfeer goed is.
Daarom spendeer ik de laatste jaren menig vrij uurtje met het aanvullen van mijn muzieklijst op Spotify: ‘Klooster Noordwijk Muziek’. Er staan nu ruim 2600 nummers op. Elk gescreend door ondergetekende. Naast variatie is het belangrijk dat een nummer het juiste tempo moet hebben: niet te zenuwachtig snel maar ook niet slaapverwekkend langzaam. En zo heb ik stiekem in de loop der jaren een heel scala aan selectiecriteria ontwikkeld. Blijft zeer persoonlijk. Een aantal keren per week maak ik lange wandelingen met de hond en luister ik al wandelend naar allerlei muzieklijsten om nieuwe nummers te vinden voor mijn ‘Kloosterlijst’. Als een vorm van klantenbinding heb ik de lijst openbaar gemaakt. Je kunt volger worden.
Heb genoten van het bezoek aan jullie winkel gisteren, èn van de muziek. Fijn dat daar aandacht voor is.