Vroeger was echte kunst voor de meeste mensen onbetaalbaar. Enerzijds door schaarste. Van veel werken was er immers alleen het ene exemplaar. Anderzijds omdat de werken waarde kregen door de algemene consensus onder kenners over de relevantie, originaliteit en kunstzinnige weergave van het geportretteerde.
Maar de wereld is veranderd. Zelfs de Nachtwacht kan bijvoorbeeld door een 3d printer tot op de millimeter nauwkeurig worden gekopieerd. We hebben door internet ineens allemaal ‘en altijd’ een oceaan aan afbeeldingen in de palm van onze handen paraat. En daarmee een schat aan visueel vergelijkingsmateriaal. Dat had men vroeger niet. De techniek biedt ook de mogelijkheid een mooie afbeelding in opgeblazen vorm een hele wand te laten bedekken. Bovendien, Jan met de pet kan zich – anders dan zijn vaak straatarme voorvaders - nu ook kunst veroorloven. Mits het prijstechnisch een beetje fatsoenlijk blijft uiteraard. Maar door de nivellering – dankzij de kopieermogelijkheden – van kunst, is dat proces onstuitbaar. Kunst wordt gemeengoed. En terecht.
Neemt allemaal niet weg dat er nog steeds mensen zijn die neerkijken op commerciële fotokunst. Zoals zij ook smalend hun neus ophalen als ze horen dat je kunstwerken uitkiest omdat ze zo leuk decoratief in het interieur passen. Dat is geen l’art pour l’art.
Toch is dat voor ons woonboeren het belangrijkste criterium. Wij vinden een huis met kunstwerken interessanter dan een huis waarin dat ontbreekt. Vraag blijft wel: welke kunstwerken? Een hele gruwelijke afbeelding bijvoorbeeld mag dan wel kunstzinnig hoogstaand en maatschappelijk relevant zijn, ik krijg mijn bordje piepers niet door de keel als zoiets aan de muur hangt. Het moet wel leuk blijven.
Wat fraai in een interieur (c.q. onze winkel) past is natuurlijk uiteindelijk een kwestie van persoonlijke smaak. Maar ook – eerlijk is eerlijk – wat naar onze ervaring goed zal verkopen. Eigenlijk komt het neer op balanceren tussen het relevante, esthetisch bekoorlijke, beetje ‘schurende’ en het ‘te’ zoete, sentimentele, te veel op effectbejag gefabriceerde, slecht gekunstelde of te opvallend commerciële. En zo zijn er nog talloze kwalificaties te bedenken.
Ervaring in deze maakt de keuzes makkelijker. Samen met de kunstenaars zelf, de groothandelaren én de klanten, kom je steeds een stapje verder. Maar, kunst inkopen blijft een hele kunst.
Wij kunnen na een aantal succesvolle jaren als galeriehouder zeggen dat onze kunstkeuzes meestal goed in de markt liggen. Hebben we geleerd met vallen en opstaan, ofte wel de nodige miskopen.
De presentatie in de winkel – waarin de symbiose tussen interieur design en kunst best wel een belangrijk gegeven is – inspireert gelukkig veel mensen om een werk aan te schaffen. Logisch, want kunst is meestal per definitie een eyecatcher. Het doet meer voor je interieur dan netjes afgewerkte plintjes of een super-de-luxe inbouwkoelkast. Kunst zegt iets over de bewoners. Over hoe zij in het leven staan en tegen de wereld aankijken. En als dat werk dan ook nog het bankstel beter tot z’n recht brengt, is dat mooi meegenomen.
Comments